Leden van schietsportverenigingen, die over een wapenverlof beschikken, moeten jaarlijks minimaal 18 schietbeurten verrichten en die bijhouden in een schietregister. De leden van verenigingen verkrijgen via hun bestuur een op naam en door het bestuur van de schietsportvereniging gewaarmerkt schietregister waarin aantekening van de schietoefeningen is gedaan (Cwm 2.4.2).
In overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationale Politie, heeft de KNSA dit schietregister nu in digitale vorm ontwikkeld. Op een nieuw platform, te weten de website www.schietbeurten.nl, kunnen verlofhouders straks een (beveiligd) account aanmaken waarmee zij hun schietbeurten kunnen registreren. Verlofhouders worden dan door hun vereniging via de “Mijn KNSA-omgeving” geautoriseerd om hun schietbeurten digitaal te registreren. Op die website is nu al een instructievideo te zien en een handleiding voor de wijze waarop het digitaal schietregister functioneert.
Met diezelfde account kan op een smartphone een App geïnstalleerd worden (zowel in iOS als Android) waarmee schietbeurten gescand kunnen worden door het bestuur of een door het bestuur aangewezen veiligheidsfunctionaris. Nadat de schietbeurt is gescand, staat deze in het totaaloverzicht. Voor niet-smartphonegebruikers kan de schietbeurt gescand worden via de barcode op de KNSA-licentiepas. En vervolgens kan de verlofhouder wanneer hij of zij een afspraak voor de verlenging van het verlof heeft gemaakt, met één druk op de knop de schietbeurten bij de politie indienen, en hoeft het papieren schietregister niet meer getoond te worden.
Met deze nieuwe vorm van schietbeurtenregistratie wordt het sportschutters makkelijker gemaakt om hun schietbeurten te registreren bij alle bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen, en een bijkomend voordeel is dat de politie efficiënter en sneller de controle op het verrichtte aantal schietbeurten kan doen, waardoor de werkdruk verminderd wordt. Bovendien anticipeert het systeem op een mogelijke langere geldigheidsduur van het verlof, zodat een verlofhouder niet meer jaarlijks naar het politiebureau hoeft maar wel digitaal zijn/haar schietbeurten bij de politie kan indienen.
Op dit moment zijn er zeven (7) verenigingen die met dit digitale schietregister werken en de KNSA zal het gebruik gedoseerd aanbieden aan andere schietsportverenigingen, met als doel dat uiteindelijk alle schietsportverenigingen van dit digitale platform gebruik kunnen maken. Uiteraard is het gebruik van dit digitale register geen verplichting. Diegenen die het papieren register nog willen gebruiken, kunnen dat blijven doen. Begin 2025 zal de KNSA andere schietsportverenigingen gaan benaderen met de mogelijkheid om ook van het systeem gebruik te gaan maken en dit langzaam bij alle verenigingen en onder alle 10 politie-eenheden gaan uitrollen. Verenigingen hoeven hiervoor dus zelf (nog) geen initiatief te nemen. Tijdens de Landelijke Vakdag Korpscheftaken medio oktober 2024 heeft de KNSA in een workshop 240 politieambtenaren over het nieuwe systeem geïnformeerd.
Je leest het goed, geen leges. Dit jaar zal je, als je KCT afdeling een beetje op de hoogte is, de pinpas niet hoeven te trekken voor het verlengen van je verlof tot voorhanden hebben. Dit komt allemaal door een verlenging in het verleden. Hiertegen is met succes geprocedeerd en gewonnen. Hoe dit precies in elkaar zit kan je in dit artikel verder lezen.
Weten jullie het nog? Die pandemie waardoor de hele wereld op z’n gat lag? Zo ook onze schietsport. Maar naast de sport zelf kwam ook het verlengen van de verloven en jachtaktes in het gedrang. Het was immers niet verstandig om veel mensen op 1 plaats te hebben. Dus bedacht men in 2020 dat het wel handig was om voor een keer alle verloven ambtshalve te verlengen. Hierdoor hoefde we dus niet op te komen draven bij de afdeling KCT en hoefde KCT geen stempeltjes te zetten. Wel werd er aangegeven dat destijds er wel controles voor de verlengingen zijn uitgevoerd.
Wat is er gebeurd?
Op 14 februari heeft de rechter een uitspraak gedaan over deze ambtshalve verlenging. De zaak was aangespannen door een verlofhouder die het er niet mee eens was dat hij door deze ambtshalve verlenging de volle mep van de leges moest betalen. En deze heeft met deze uitspraak zijn gelijk gekregen. Immers wordt er in de Wet wapens en munitie niet gesproken over kosten voor een ambtshalve verlenging maar alleen over een aanvraag (een eerste aanvraag of een verlenging daarvan). Zie hieronder de belangrijkste quote uit de uitspraak:
De Afdeling is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat een ambtshalve verlenging geen handeling is die met een aanvraag als bedoeld in artikel 41 van de WWM kan worden gelijkgesteld. In artikel 41 van de WWM is geen grondslag te vinden voor het in rekening brengen van een onkostenvergoeding voor een ambtshalve verlenging van de geldingsduur van een wapenverlof terwijl die ingevolge artikel 104 van de Grondwet wel vereist is. De minister was daarom niet bevoegd de onkostenvergoeding voor de ambtshalve verlenging van de wapenverloven voor het jaar 2020 bij [appellant] in rekening te brengen.
Ja, mooi! Fijn voor degene die de zaak heeft aangespannen want hij krijgt blijkbaar zijn geld terug…. Klopt! Maar jij dus ook. Door deze uitspraak worden er dit jaar geen kosten in rekening gebracht voor de verlenging om zo de ambtshalve verlenging te compenseren. Deze instructie kon ik niet terugvinden in de Staatscourant maar is blijkbaar als ambtsinstructie verspreid binnen de KCT afdelingen. Op vuurwapens.net en ook op Facebook melden meerdere schutters dat ze bij verlenging te horen kregen dat ze dit jaar geen leges hoefde te betalen. Lekker toch? De schietsport is al duur genoeg!
Het kan zijn dat je wellicht eerder dit jaar al verlengd hebt en toen nog gewoon de reguliere leges hebt afgetikt. Mogelijk wordt dan volgend jaar de compensatie geregeld. Voor meer informatie kan je altijd contact opnemen met KCT.
Met dank aan Peter VuWa voor het verifiëren van de juiste uitspraak.
Rapport eerste verkenning nieuwe monitoringstool psychische gesteldheid gereed
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft onderzoek laten doen naar het beoordelen en monitoren van de psychische gesteldheid van particuliere wapenbezitters. Dit omdat het ministerie nog altijd op zoek is naar een geschikt beoordelingssysteem, nadat twee jaar geleden het gebruik van de e-screener werd opgeschort. Het rapport van het verkennend onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut, gedaan in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
In juli 2022 werd het gebruik van de digitale psychologische toets, oftewel de e-screener, bij het aanvragen van een erkenning, consent, ontheffing, een vergunning of een verlof opgeschort. Het systeem werkte niet en leidde tot rechtszaken van jagers die onterecht na jaren ineens als ‘ongeschikt’ werden gekwalificeerd op basis van deze ondeugdelijke digitale vragenlijst. Vervolgens werd vanuit de overheid teruggegrepen op de vertrouwde toetsingsmethode om de betrouwbaarheid van de akteaanvrager te toetsen: het WM32-formulier. Het gedateerde formulier kreeg een update en moest tijdelijk uitkomst bieden bij nieuwe aanvragen.
Eerste stap
Het ministerie heeft met het laten opstellen van het rapport van het Verwey-Jonker Instituut een eerste stap genomen naar het definiëren van een methode die volgens haar beter geschikt zou zijn om de psychische gesteldheid te toetsen. Na een eerste lezing van het rapport bespeurt de Jagersvereniging de intentie om het proces daar naartoe zorgvuldig te doorlopen. Dat beschouwt de Jagersvereniging als voorzichtige vooruitgang in dit dossier. Dit is ook van belang om niet te vervallen in dezelfde fouten die tot de problemen rondom de invoer van de e-screener in 2019 hebben geleid. De Jagersvereniging heeft altijd aangegeven voorstander te zijn van screening van de psychische gesteldheid van de aanvrager, mits deze betekenisvol is en de menselijke maat daarbij niet verloren gaat.
Eenzijdige benadering
Wel plaatst de Jagersvereniging kanttekeningen bij het eenzijdig benaderen van het onderwerp door de experts die hebben deelgenomen aan de kennistafels, en sommige oplossingsrichtingen die in het verslag worden beschreven. Daarbij ontbreekt veelal het perspectief van de uitvoerders (jagers en verlofhouders).
De Jagersvereniging verwacht dat in de volgende stap de stakeholders worden betrokken in wat een langjarig proces lijkt te worden om te komen tot een passend beoordelingssysteem. Het betrekken van de expertise van de stakeholders op dit dossier is onontbeerlijk om uiteindelijk te komen tot een zorgvuldige en werkbare toetsing van de psychische gesteldheid van particuliere wapenbezitters.
Helaas heeft Nederland geen wapen fabriek meer, en ook geen munitie fabriek.
Wanneer je bij deze wapen verzamelaar, de ruimte betreed waar alles ten toon gesteld is, zie je een enorme collectie FN wapens.
En ja hoor, deze meneer X heeft alle verzamelaars vergunningen hiervoor.
Omdat ik zelf ook een Fal heb, ging mijn hart hier sneller kloppen, elke Fal die FN geproduceerd heeft kan je hier terug vinden, zelfs de diverse para Fals en Fal O, enzv...
Je zie op de fotos ook vele semi en vol automatische wapens, zoals M16, AK-47, Uzi, lucht afweer, Browning .50, Scars, P 90, enorme collectie Browning pistolen, FNC's, FN cal, alle soorten Fal's die er ooit zijn geproduceerd, en ook diverse anti tank wapens.
Gewoon te veel om op te noemen, zie de foto's hieronder.
We weten allemaal dat als je een wapen of wisselset koopt je daar het benodigde papierwerk voor moet invullen. Vervolgens laten ondertekenen bij het bestuur van je vereniging en daarna mag de hele handel op de post naar KCT. En dan begint het grote wachten…. Maar wat nou als je na 8 weken nog steeds niks van KCT gehoord of ontvangen hebt? Stuur je wel of geen ingebrekestelling? En zo ja wat levert je het dan op?
Op het moment van schrijven hoor ik veel schutters klagen over de lange doorlooptijd van diverse KCT regio’s. Maar één enkele regio schrijft bij in een paar dagen tot een week. Je wilt natuurlijk zo snel mogelijk je papieren in huis hebben zodat je zo snel mogelijk je wapen of wisselset op kunt halen. Het is zo geregeld dat KCT officieel 8 weken de tijd heeft om je aanvraag te behandelen. Maar wat als deze 8 weken niet gehaald wordt?
Beslistermijn
De overheid moet binnen een vastgestelde periode een beslissing nemen over je aanvraag. Deze periode noemen we het beslistermijn. In ons geval ligt het beslistermijn vast in de wet. KCT moet in ieder geval binnen 8 weken een besluit nemen of een nieuwe beslistermijn bekendmaken. De beslistermijn kan in de meeste gevallen éénmalig verlengd worden met maximaal 6 weken. Let op! Dit moet gebeuren binnen de oorspronkelijke beslistermijn van 8 weken. De aanvrager wordt van de verlenging van de beslistermijn tijdig schriftelijk op de hoogte gesteld.
De ingebrekestelling
Na het vervallen van het beslistermijn (met of zonder verlenging) kan je een ingebrekestelling sturen naar KCT. Dus voor alle duidelijkheid: na 8 weken zonder verlenging vanaf de start van de aanvraag OF na 14 weken met verlenging vanaf de start van de aanvraag. Hiermee geef je aan dat de maximale beslistermijn is verstreken en dat je een uitspraak verlangt.
Print deze uit, vul de gevraagde gegevens in en stuur deze per post naar de afdeling KCT. De overheid heeft dan 2 weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Gebeurt dat niet, dan gaat de dwangsom automatisch lopen.
De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de duur van de vertraging. Als de dwangsom gaat lopen gelden de volgende bedragen:
€ 23 per dag voor de eerste 2 weken;
€ 35 per dag voor de volgende 2 weken;
€ 45 per dag voor de overige dagen.
De dwangsom loopt uiterlijk 42 dagen en bedraagt maximaal € 1442.
Je krijgt dan uiterlijk 2 weken nadat de beslissing is gevallen een berekening van de verschuldigde dwangsom binnen. Eventueel kan je hier beroep tegen aantekenen maar je kan er geen nieuwe dwangsom voor sturen aangezien het een aanvraag is. Binnen 6 weken wordt deze dwangsom dan aan de aanvrager voldaan. Zie hiervoor ook de Circulaire dwangsom: https://wetten.overheid.nl/BWBR0042026/2019-03-01#Circulaire.divisie1_Circulaire.divisie1.1
Afwegingen
Ondertussen heb ik al tal van redenen gehoord over het wel of niet versturen van een ingebrekestelling. Eerlijk is eerlijk, tot nu toe was ik ook terughoudend met het sturen hiervan maar, als we dan toch eerlijk zijn, ik heb het ook nog niet hoeven te gebruiken. Tot nu toe is mijn langste wachttijd iets van een week of 3-4 geweest. De voornaamste reden die ik hoor is dat schutters denken dat als ze een ingebrekestelling sturen ze verwachten dat ze in de toekomst tegengewerkt worden. Dit is niet waar, uit diverse hoeken heb ik vernomen dat schutters die een ingebrekestelling gestuurd hebben in het verleden geen andere omgang hebben met KCT medewerkers nadat dan voordat ze deze ingebrekestelling verstuurd hebben.
Weer andere hoor ik zeggen “Ach, ze hebben het druk.. het komt wel”. Dat klopt, je nieuwe bijlage komt vanzelf een keer…. ooit. Maar stel je hebt een wapen gekocht en deze ligt in bewaring (stalling) bij de wapenhandel. Dit kost je maandelijks geld. Hoe langer het duurt hoe meer geld het je kost terwijl daar een maximum aan moet zitten van 8 weken doorlooptijd (mits uitgesteld). Ik heb recent zelfs iemand gehoord die 4 maanden heeft gewacht op een bijschrijving.
De meest vreemde reden die ik heb gehoord om geen ingebrekestelling te sturen was iets in de trend van “Ach, schietsport is maar een hobby”. Deze deed wel even mijn wenkbrauwen fronzen. Ja klopt, het is een hobby… maar je legt er wel elk jaar weer flink wat geld voor neer in de vorm van leges. Werd er niet ooit eens gezegd dat de leges voor het bijschrijven, aanvragen of verlengen van het verlof kostendekkend moest zijn? AHA! Dan mag je ook verwachten dat voor dat geld de beslistermijnen gehaald worden.
Een reden om juist wel een brief de kant van KCT op te sturen is dat je hiermee aankaart dat er een beslistermijn wordt overschreden. Als dat eenmalig gebeurt zal de korpsleiding daar niet zo veel mee doen. Maar wat als (veel) meer schutters hier gebruik van maken? In dat geval zal er iets moeten veranderen bij de betreffende afdeling KCT om de beslistermijnen wel te halen. Het kaart dus ook een breder probleem aan.
Als bovenstaande nog steeds kunt accepteren en geen ingebrekestelling wil sturen, bedenk je dan dat aan de andere kant er voor jou geen mogelijkheid is om uit te stellen. In het geval van verlofverlenging moet je ook je gegevens aanleveren. Je kan dan niet aangeven dat je WM32 formulier of pasfoto pas over 4 weken komt want je hebt er nog geen tijd voor gehad. Niet (op tijd) voldoen aan de regels is inleveren verlof.
Afspraken en termijnen zijn er voor beide partijen. Wanneer een partij (schutter of overheid) daar niet aan voldoet mag je daar best werk van maken.
En wat zou ik zelf doen?
Op dit moment wacht ik ook 7 weken op een bijschrijving en heb ik nog geen officiële verlenging van het beslistermijn ontvangen. Kortom, over één week gaat er een brief de deur uit mits ik mijn nieuwe bijlage en WM2 mag ontvangen voor die tijd of ik een officiële verlenging binnenkrijg.
Ik ben benieuwd. Heb jij al eens gebruik gemaakt van de ingebrekestelling of sta je op het punt er eentje te sturen? Of zou/ga je helemaal geen ingebrekestelling sturen? Reacties kunnen in de comments!
In het najaar van 2023 werd de KNSA onaangenaam verrast door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omtrent de aanpassing van het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL). Op zichzelf was de mededeling van het Ministerie van I&W om het BAL aan te passen zodat particulieren een beperkte hoeveelheid kruit thuis kunnen opslaan, positief. Immers, de huidige voorschriften in het BAL zijn voor de meeste sportschutters die thuis los kruit voorhanden hebben – en dat zijn Historische-Wapensschutters en herladers – vrijwel niet na te leven. Een nieuwsbericht daarover heeft u kunnen lezen op 3 oktober 2023: Opslag kruit: positieve intentie bij Ministerie I&W voor uitzondering
Echter, een onderdeel van die wijziging in het BAL was ook het in de ogen van de KNSA onzalige en onaanvaardbare voornemen van het Ministerie om het maximumaantal patronen dat verlofhouders thuis voorhanden mogen hebben, te verlagen van 10.000 naar 5.000 patronen. Tot die tijd geldt er een zogenaamde ‘gedoogregeling’ waarover wij publiceerden in ons nieuwsbericht van 12 december 2023: Tijdelijke gedoogregeling voor opslag van kruit door sportschutters
Tegen dat voornemen heeft de KNSA in niet mis te verstane bewoordingen ernstig bezwaar gemaakt in september 2023. Tot ons genoegen heeft het Ministerie van I&W ons onlangs per brief laten weten de argumenten van de KNSA plausibel en steekhoudend te vinden en van dat voornemen af te zien. En dat is een positief bericht.
Meldplicht:
De KNSA heeft in het schrijven aan het Ministerie ook verzocht om, wanneer het BAL zodanig wordt gewijzigd dat ook particulieren kruit voorhanden kunnen hebben, de in het BAL voorgeschreven meldplicht voor het in bezit hebben van kruit, in te trekken. Het Ministerie van I&W heeft begrip voor de zorgen die de KNSA heeft geuit met betrekking tot de openbaarmaking van persoonsgegevens omdat met die meldplicht onbevoegden en ongewenste personen kennis kunnen nemen van de persoonsgegevens van verlofhouders. En dat is vanwege het bezit van vuurwapens en munitie, een veiligheidsrisico.
Het Ministerie had al eerder toegezegd te zullen onderzoeken hoe de persoonlijke gegevens afgeschermd kunnen worden van de openbaarheid, en heeft ons nu laten weten dat de mogelijkheden daartoe technisch aanwezig zijn. Het Ministerie van I&W zal onderzoeken op welke wijze die afscherming mogelijk is en heeft toegezegd die bescherming te zullen bieden.
Hoewel de e-screener op dit moment niet in gebruik is, is een terugkeer van de computertest met vragen over de psychische gesteldheid van de aanvrager van de omgevingsvergunning of het wapenverlof, nog altijd niet uitgesloten. Twee leden van de Jagersvereniging wilden graag weten wat er eigenlijk – in het licht van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) – met hun antwoorden op de gestelde vragen gebeurde. Dit leidde uiteindelijk tot een rechtszaak, waarin de rechter nu uitspraak heeft gedaan. Hoewel de rechtbank het beroep van de leden ongegrond verklaarde, leverde de uitspraak belangrijke nieuwe inzichten op.
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) geeft betrokkenen het recht op inzage in de persoonsgegevens die van hen worden verwerkt. Dit geldt ook voor de informatie die een jager in een e-screener test deelt. Daarnaast heeft iedereen het recht op correctie of verwijdering van bepaalde informatie in de politiesystemen. Bij de invoering van de e-screener in oktober 2019 legden veel jagers op aangeven van de korpschef deze test af.
Bezwaar
Op basis van de antwoorden in de test werd een profiel van de jager geschetst. Wanneer beslissingen over het verlenen van een vergunning hierop worden gebaseerd, is het heel belangrijk om na te gaan of de gegevens die worden gebruikt wel kloppen. Daarom stapten twee van onze leden naar de korpschef met de vraag wat er precies met de resultaten van hun ingevulde e-screener gebeurde. Hierop kregen de leden geen antwoord. Wel konden ze de testuitslag inzien. Omdat dit geen antwoord op hun vraag was, hebben de leden met behulp van de afdeling juridische zaken van de Jagersvereniging bezwaar aangetekend. Toen dit niets opleverde, hebben zij gezamenlijk de gang naar de rechter gemaakt.
Met lege handen
Tijdens de rechtsprocedure werd al snel helder dat er veel onduidelijkheid bestaat over de verwerking van de vragen en de antwoorden van de e-screenertest. De Minister van Justitie en Veiligheid gaf aan dat de korpschef de verwerkingsverantwoordelijke is voor de gegevens die voorafgaand aan de testuitslag worden verwerkt. De korpschef echter wijst naar de Minister, als verantwoordelijke voor de (onzichtbare) verwerking van de vragen en antwoorden daarop. Bestuursorganen wijzen naar elkaar, en de burger blijft feitelijk met lege handen achter. Een onwenselijke situatie, zo vond ook de rechtbank.
Zorgelijke constatering
Verder vond de rechter het vreemd dat pas toen de e-screener al ruim een jaar in gebruik was, er een opdracht werd gegeven voor het uitvoeren van een aantal maatregelen ter bescherming van de persoonsgegevens. Al met al lijkt het erop dat er bij de totstandkoming van de e-screener onvoldoende aandacht is besteed aan de bescherming van de persoonsgegevens van jagers en wapenverlofhouders. Als belangenbehartiger vindt de Jagersvereniging dat een zorgelijke constatering. Ook bij experts op het gebied van gegevensbescherming(srecht) is het oordeel van de rechter niet onopgemerkt gebleven.
Fundamentele gebreken
Ondanks bovenstaande kritische kanttekeningen, heeft de rechtbank het beroep van de leden ongegrond verklaard. Voor meer informatie over de achtergrond van de e-screener moeten de leden volgens de rechters niet bij de korpschef zijn. Waar dan wel, is niet geheel duidelijk. De kritische kanttekeningen van de rechter over de bescherming van de persoonsgegevens van jagers en wapenverlofhouders komen boven op de fundamentele gebreken die deskundigen hebben geconstateerd en de herhaalde kritiek van bestuursrechters in het land op de uitvoeringspraktijk, waarbij geen menselijke deskundigenbeoordeling aan te pas komt.
Belangrijke kritiekpunten
De Jagersvereniging dringt er bij het ministerie op aan om lering te trekken uit deze belangrijke kritiekpunten, en deze in ogenschouw te nemen bij een overweging om de e-screener opnieuw in te voeren. De Jagersvereniging-leden die deze kwestie aanhangig maakten, beraden zich nog op een eventueel hoger beroep.
De uitspraak van de rechter in deze zaak vindt u hier.
Vanaf maart 2024 wordt door het Ministerie van Justitie en Veiligheid de mogelijkheid geboden om de (originele) Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) ook digitaal te ontvangen. Het blijft ook gewoon mogelijk om de VOG per post te ontvangen. Het aanvragen en ontvangen van een digitale VOG kan uitsluitend wanneer de vereniging de VOG digitaal (met eHerkenning) aanvraagt en als de aanvrager (het lid van uw vereniging) beschikt over de Berichtenbox van de overheid. Daarin moet de aanvrager eenmalig aanvinken berichten te willen ontvangen van screeningsautoriteit Justis én een actueel, werkend e-mailadres opgeven.
Het aanvragen van een digitale VOG wordt in fases uitgerold en vanaf 22 mei 2024 is deze mogelijkheid voor alle organisaties beschikbaar. Zodra het voor uw vereniging mogelijk is om een digitale VOG aan te vragen, krijgt u tijdens het digitale aanvraagproces dekeuze: ‘digitaal ontvangen' of ‘per post ontvangen’. Het lid van uw vereniging bepaalt zelf of hij of zij de VOG digitaal of per post wil ontvangen. Wanneer de digitale VOG door de aanvrager is ontvangen, kan hij/zij deze originele digitale VOG vervolgens mailen naar uw vereniging.
Wanneer uw vereniging de originele VOG (papier of digitaal) ontvangt van uw lid, dan controleert u de echtheid van die VOG om te voorkomen dat er sprake is van een vervalsing. Bij een papieren VOG zijn deze echtheidskenmerken: een raster, het blauwe Rijkslogo, een karakteristiek golvend watermerk en is er in het papier een hologram zichtbaar. De echtheid van de digitaal afgegeven VOG kan echter niet aan de hand van deze kenmerken worden vastgesteld.
De echtheid van een digitale VOG moet worden gecontroleerd via https://www.validatie.nl. Dit is een veilige website van de overheid waarmee de betrouwbaarheid van de VOG kan worden vastgesteld. Om fraude te voorkomen, is het noodzakelijk dat u deze website gebruikt om de authenticiteit van elke ontvangen digitale VOG vast te stellen.
De secretaris van de vereniging kan via ‘Mijn KNSA’ nieuwe leden aanmelden en daarbij de VOG uploaden. Van de papieren VOG kon de scan al worden geüpload en in plaats daarvan kan daar vanaf nu ook een originele digitale VOG worden geüpload.
En daarmee heeft iedereen die zijn verlof ambtshalve heeft laten verlenging recht op teruggave van de €68,- die dat gekost heeft.
Let op, sportschutters maar dus ook jagers.
Nou dan gaan we dit bedrag voor zowel individueel verlof als ook verenigingsverlof maar eens terug vragen.
Voor meer info klik op onderstaande afbeelding:
RAADVANSTATE.NL
Uitspraak 202203325/1/A3
Bij besluit van 28 april 2021 heeft de korpschef van de politie Midden-Nederland aan [appellant] op grond van de Regeling wapens en munitie (hierna: Rwm) een onkostenvergoeding van € 272,00 in rekening gebracht voor het verlengen van zijn wapenverloven voor 2020 en 2021.
De fasering van wapens voor (nieuwe) leden en introducees is alweer een paar jaar een feit. Iets waar je als sportschutter met al meer dan 3 jaar een verlof tot voorhanden hebben in het bezit nog maar weinig last van hebt. In 2021 schreef ik al een artikel over de fasering en hoe dit precies zit. Toch is de fasering voor sommigen nog niet compleet duidelijk en ook ik twijfel zelf ook nog wel eens hoe het nou precies zit. Wil je weten hoe het zit, dan ben je met dit artikel helemaal up to date voor wat betreft faseringen in het jaar 2024.
Zo af en toe krijg ik vragen van (nieuwe) leden bij mij op de schietvereniging maar ook geregeld via sociale media. Soms komt die vraag van een herintreder en de ander gaat over een nieuw lid. Soms wil iemand weten hoe het eigenlijk zit met het schieten met de wapens op de vereniging of hoe het zit als zij straks zo ver zijn dat ze een verlof aan mogen vragen. Ook krijg ik wel eens vragen me welke wapens introducees nou wel of niet mee mogen schieten. De meeste vragen kon ik beantwoorden maar er waren ook een paar waarbij ik even twijfelde. Vraag zelf maar eens rond op de schietvereniging zou ik zeggen en de één zegt dit en de ander zegt dat. Naar aanleiding van mijn eerdere artikel en de vragen die ik recent heb gehad heb ik het een en ander uitgezocht hoe het staat in de CWM (Circulaire wapens en munitie) en het artikel een opfrisbeurt/aanvulling gegeven. LET OP! Het kan dus wel zijn dat de vereniging waarvan je lid bent zelf strengere regels maakt!
In de kopjes over de fasering zal ik eerst een stukje wettekst plaatsen en vervolgens het een en ander verduidelijken waar dit nodig is.
Wat valt er in welke fase?
Laten we eerst duidelijk maken wat er in welke fase valt.
Fase 1: Klein kaliber pistool, klein kaliber revolver, klein kaliber geweer (niet semi-automatisch) of klein kaliber karabijn (niet semi-automatisch) Fase 2: Groot kaliber pistool of revolver t/m 9mm, groot kaliber grendel geweer (niet semi-automatisch geweer). Fase 3: Groot kaliber pistool of revolver > 9mm, klein en groot kaliber geweer semi-automatisch.
De introducé bij een door de KNSA gecertificeerde vereniging mag alleen de op het verenigingsverlof vermelde verenigingsvuurwapens23 gebruiken welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Association International Committee, zoals opgenomen in bijlage C824;
Voor de beoefening van de schietsport met verenigings-vuurwapens, of incidenteel met een vuurwapen van een medeschutter, geldt dat door introducés, aspiranten en in het eerste jaar lidmaatschap, uitsluitend de wapens mogen worden gebruikt die zijn toegelaten in de disciplines van fase 1 en fase 2.
In de CWM is een aparte paragraaf gewijd aan promotieactiviteiten en introducés. Een introducee mag dus met fase 1 en fase 2 wapens schieten van de vereniging en van een medelid. Dit in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt dat het enkel met fase 1 wapens mag schieten.
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Introducee
X
X
Ik wil het toch nogmaals benadrukken. Dit is wat de CWM toestaat ten opzichte van introducés. Het kan dus zo zijn dat je vereniging zelf strengere regels maakt en bijvoorbeeld enkel fase 1 toestaat.
Aan leden die korter dan één jaar volwaardig lid zijn van een schietvereniging, mogen alleen de op het verenigingsverlof vermelde verenigingsvuurwapens18 worden uitgeleend die geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Association International Committee, zoals aangewezenin bijlage C8. Aan leden van de bij de KNTS aangesloten vereniging die korter dan één jaar volwaardig lid zijn mogen de bij die vereniging voor het traditioneel schieten in gebruik zijnde verenigingswapens of bij die vereniging in gebruik zijnde privé vuurwapens worden uitgeleend.
De CWM maakt in deze geen onderscheid tussen herintreders of leden die voor het eerst lid zijn van een schietvereniging. Wel valt op dat er gesproken wordt over volwaardig lidmaatschap. Navraag bij de KNSA geeft aan dat onder deze zinsnede dus ook het aspirant lidmaatschap valt. Ben je korter dan 1 jaar volwaardig lid of aspirant lid dan mag je dus met alle fase 1 en fase 2 wapens schieten van de vereniging (al dan niet onder begeleiding) maar nog niet met wapens die vallen onder fase 3. Ben je precies 1 jaar of langer volwaardig lid dan mag je ook met de fase 3 wapens schieten van de vereniging.
Onderstaande tabel is een simpel overzicht in de opbouw van de fasering voor het gebruik van verenigingswapens tijdens je lidmaatschap.
Het tijdelijk en incidenteel in gebruik afstaan van privé-wapens tijdens een schietoefening of wedstrijd aan een medeschutter – die in het bezit is van een geldige KNSA-licentie of van een lidmaatschapsbewijs van een niet bij de KNSA aangesloten, maar wel door de KNSA gecertificeerde schietvereniging, of die in het bezit is van een wapenverlof of jachtakte – is toegestaan als dat geschiedt onder de volgende voorwaarden
……
d. Aan leden korter dan twee jaar in het bezit van een KNSA-licentie of die korter dan twee jaar lid zijn van een niet bij de KNSA aangesloten, maar wel door de KNSA gecertificeerde schietvereniging, mogen alleen de vuurwapens30 welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Associations International Committee, zoals opgenomen in bijlage C8, tijdelijk worden afgestaan.
De CWM maakt voor het gebruik van privé wapens in deze geen onderscheid tussen herintreders of leden die voor het eerst lid zijn van een schietvereniging. Wat ook opvalt is dat hier niet expliciet wordt gesproken over een volwaardig lidmaatschap enkel de term lid.
Onderstaande tabel heeft betrekking op de fasering van het gebruikt van privé wapens tijdens lidmaatschap.
Indien een voormalige verlofhouder een aanvraag indient voor een nieuw verlof, kan deze verzoeken te bezien of een verlof kan worden verleend voor een ander vuurwapen dan normaal gesproken voor een nieuwe aanvrager zou gelden Deze overgangsmaatregel beoogt om de herintredende verlofhouder in de gelegenheid te stellen om zijn ‘oude’ schietsportdiscipline te beoefenen. Hierbij gelden nog de volgende uitgangspunten:
• Voor de aanvrager geldt de bewijslast om het bestaan van de oude rechten aan te tonen.
• Het bestuur van de schietvereniging dient, evenals reguliere aanvragen, zich er van te overtuigen dat de aanvrager beschikt over voldoende vaardigheid in de veilige omgang met vuurwapens en geeft daarover advies aan de korpschef.
• Vrijgestelde wapens tellen niet mee voor het aantal toegestane wapens op een verlof.
• Het beroep op de oude rechten moet toetsbaar zijn voor de korpschef.
• Voor het doen van een beroep op oude rechten, moet de aanvrager voldoen aan het vereiste dat hij minimaal 1 jaar lid is van een schietsportvereniging en minimaal 18 schietbeurten in de afgelopen twaalf maanden bij een door de KNSA gecertificeerde schietsportvereniging of door de KNTS gecertificeerde vereniging hebben verricht.
• Het verlof kan voor het eerste jaar slechts geldig zijn voor één vuurwapen, zij het dat daar geen beperkingen aan gesteld worden, zoals dit wel geldt voor de reguliere nieuwe aanvragers.
• Het beroep op oude rechten kan niet gedaan worden in die gevallen waarin het voormalige verlof werd ingetrokken door de korpschef, voor een van de intrekkingsgronden zoals genoemd in artikel 7, tweede lid, van de Wet wapens en munitie of een eerdere tussentijdse aanvraag voor een verlof werd geweigerd door de korpschef op basis van artikel 7, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Een herintreder heeft dus het geluk dat deze, mits hij kan bewijzen in het bezit te zijn geweest van een verlof, de fasering voor wat betreft het verlof kan overslaan. Wel ben je het eerste jaar beperkt tot maximaal 1 wapen op het verlof. Na een jaar in het bezit te zijn geweest van een verlof mag je natuurlijk wel tot het maximaal aantal wapens bijschrijven op je verlof.
Onderstaande fasering is van toepassing op het aanschaffen van wapens voor schutter die kunnen bewijzen dat zij voorheen in bezit zijn geweest van een verlof (herintreders):
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Aantal wapens
< 1 jaar verlof
X
X
X
1
< 2 jaar verlof
X
X
X
5
Verlof aanvraag nieuwe leden
Onderstaande fasering is van toepassing op het aanschaffen van wapens voor schutter die niet eerst in bezit zijn geweest van een verlof:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Aantal wapens
< 1 jaar verlof
X
1
< 2 jaar verlof
X
X
5
> 3 jaar verlof
X
X
X
5
Er is echter één uitzondering. Als je na 2 jaar lidmaatschap voor het eerst je verlof aanvraagt mag je direct een fase 2 wapen aanschaffen. Zo hoef je dus niet eerst een fase 1 wapen aan te schaffen om in ieder geval een verlof te krijgen en pas een jaar later een fase 2 wapen aan te kunnen schaffen.
Zoals ik het nu begrijp hanteren de gemeente de regels die hier vermeld staan onder "In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor opslaan ontplofbare stoffen voor civiel gebruik''.
De gemeente kan andere regels hanteren maar hier moet je naar informeren bij je eigen gemeente heb ik gehoord, maar niemand heeft hier tot nu toe iets mee gedaan en verwijzen ze naar de tekst zoals in de bijlage.
De Walther PP, de Walther PPK en de Walther PPK/S zijn een serie semiautomatische vuistvuurwapens, die alle zijn ontworpen door de Duitse wapenfabrikant die tegenwoordig Carl Walther GmbH Sportwaffen heet. De letters PP staan voor Polizei Pistole (politiepistool) en, zoals de naam al aangeeft, zijn deze wapens oorspronkelijk ontworpen voor de Duitse politie.
De Walther PP is in 1921 ontworpen en heeft van oorsprong het .32 ACP-kaliber (7,65mm). Later verschenen er ook versies in de kalibers .22 LR- en .380 ACP (9 mm kort). De Walther PPK is een jaar later ontworpen en heeft als onderscheid dat hij een kortere loop heeft dan de PP. PPK staat voor Polizeipistole Kriminalmodell. Beide vuurwapens zijn pas vanaf 1929 in massaproductie vervaardigd. De PPK/S is bijna identiek aan de PPK, maar heeft een handgreep die even lang is als die van de gewone PP, maar ongeveer een centimeter langer is dan die van de PPK. Verder wordt de PPK/S enkel geleverd in het kaliber .380 ACP, ook wel 9mm kort genoemd. Omwille van de vergrote handgreep, passen er in de PPK/S ook evenveel patronen van dat kaliber als in de PP. Namelijk zeven, één meer dan in de PPK. De PPK/S is in 1968 ontworpen omwille van een Amerikaanse regelgeving die voorschreef dat nieuwe vuistvuurwapens aan specifieke minimum dimensies moesten voldoen.
Van de drie ontwerpen is de Walther PPK het bekendst. Tot op heden zijn er meer dan 5 miljoen exemplaren van geproduceerd. Hiermee is het een van de meest geproduceerde pistolen aller tijden. De PPK is ook bekend als het wapen van James Bond. Daarnaast was de PPK ook een van de persoonlijke wapens van Adolf Hitler en het wapen waarmee hij zelfmoord zou hebben gepleegd.
Wij schoten met 7.65mm of te wel de .32ACP pistool met een 7 schots magazijn.
In verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024 is de KNSA al geruime tijd in overleg met het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W).
Immers, de consequenties van de invoering van deze Omgevingswet en het daaraan verbonden Besluit activiteiten leefomgeving (BAL) zijn groot. Zo groot, dat de meeste sportschutters die los kruit voorhanden moeten hebben om te kunnen herladen of omdat zij met historische wapens schieten, niet aan die voorschriften kunnen voldoen. De KNSA heeft het Ministerie daarom verzocht om het BAL zodanig aan te passen, dat bij het opslaan van een kleinere hoeveelheid kruit aan (een deel van) deze voorschriften niet hoeft te worden voldaan.
Het Ministerie heeft de KNSA inmiddels laten weten dat zij een positieve intentie heeft om het BAL zodanig aan te passen, dat bij een geringere hoeveelheid kruit, deze strenge voorschriften per 1 januari 2024 niet nageleefd hoeven te worden.
Die intentie van het Ministerie om het BAL te wijzigen betekent dat er concreet zicht is op legalisatie. En dat is voor de politie juridisch voldoende om voorlopig, totdat het BAL is gewijzigd, niet te handhaven en de opslag van een geringe hoeveelheid kruit door sportschutters met een verlof en/of Historische Wapensschutters te gedogen. Het Ministerie van I&W heeft daarmee ook ingestemd, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat sportschutters moeten voldoen aan hetgeen vermeld is in het Informatieblad “Veilige opslag van kruit bij particulieren”, zoals dat destijds is uitgegeven door het RIVM voor mensen die rookzwak kruit of zwart kruit opslaan in hun woning voor het herladen van patronen en voor het schieten met historische wapens. Sportschutters die zich aan die voorschriften houden, zijn niet in overtreding, aldus de Nationale Politie.
Vrij vertaald betekent dit dat sportschutters maximaal 3 kilogram rookzwak kruit of 1 kilogram zwart kruit thuis mogen opslaan (dan wel een combinatie daarvan). Voorts moet dat kruit opgeborgen worden in een in deze handreiking voorgeschreven houten kist. De erkenningsplicht conform de Wet explosieven voor civiel gebruik (Wecg) blijft wel gewoon van toepassing.
De KNSA heeft de afgelopen periode veel tijd en energie gestoken in het voorkomen van de desastreuze consequenties van de invoering van de Omgevingswet en het BAL voor de schietsport. Dat het Ministerie voornemens is het BAL te wijzigen en tot die tijd, met inachtneming van de voorschriften van het Informatieblad, de situatie gedoogt, is een prachtig resultaat na alle verrichte inspanningen. Daarmee is de mogelijkheid voor sportschutters om te herladen en met historische wapens te blijven schieten, overeind gebleven en kunnen zij hun sport blijven beoefenen.
Voor diegenen die meer dan maximaal 3 kilogram kruit willen opslaan, geldt dat zij wel moeten voldoen aan de voorschriften die staan vermeld in het BAL, zoals: een minimale afstand van 8 meter vanaf de opslagplaats tot andere objecten, het opslaan van kruit in brandcompartimenten en de voorgeschreven melding aan het Gemeentebestuur c.q. de Omgevingsdienst. Deze voorschriften staan in het BAL, paragraaf 4.103
NAAR BOVEN
NAAR BENEDEN
Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.